Op zondag gingen we op eigen houtje salamanders zoeken. Daarvoor zochten we verschillende paden op in de Smoky Mountains.

Begin van het pad

Na alle bekende ochtend activiteiten reden we rond half tien eerst naar de campground store, om een zak ijs te halen voor de koelbox, en daarna door naar de Alum Caves trailhead voor een wandelingetje met salamanders zoeken. Het pad was een tip van gids Mike. Helaas was de weg daar naartoe in het park afgesloten, waardoor we toch weer door Townsend moesten rijden. Er stonden aardig wat auto’s bij het begin van het pad, maar die van ons kon er nog bij en ook tijdens het wandelen viel het met de drukte wel mee. 

“Blijf daar even staan, jongens!”

Bij het eerste stuk hout dat Jesse omdraaide was het meteen raak: daar zat inderdaad een salamander onder. Supergaaf. Na wat foto’s legden we het hout voorzichtig weer op zijn plaats, zodat de salamander zijn plekje weer terughad. Op nog een aantal plekken vonden we er nog een paar, we hebben nu twee andere soorten gezien dan de vorige keer. Één van de vindplaatsen was zo dicht langs het pad dat andere mensen met ons mee kwamen kijken. Ja hoor, Igor hield die steen nog wel even rechtop voor ze 😅. 

Achter de rhodondrendron

We hebben niet de hele route gelopen, want we wilden ook nog naar een ander pad verderop. Maar het was een mooie wandeling, vol oude bomen, trappetjes, uitstapjes naar de stromende beek langs het pad en met af en toe nog een bloeiende Rhododendron. Je kon zien dat veel van de laatste bloeiers er door de heftige regen af waren gevallen, hier en daar lagen bloemen op de grond. En overal was zoveel mos, paddenstoelen op de gekste plekken en in allerlei soorten en maten, je keek je ogen uit.

Jesse kiekt Emma

Na de wandeling (waarbij we pas op het einde wat regen hadden) stapten we weer in de auto. We stopten bij Sugarlands Visitor center voor wat shoppen en een ‘bathroom break’. De routeplanner had ons gefopt, want we wilden naar Clingmans Dome en hij had ons de verkeerde kant op gestuurd. Dus daarna alsnog op weg naar Clingmans Dome om nog wat salamanders te zoeken. 

Jesse kiekt salamander

Bij Clingmans Dome was het uitzicht zoals te verwachten was (of, zoals Emma zei, hetzelfde als vanaf Edinburgh Castle): afwezig door de laaghangende bewolking. We sloegen de klim naar de toren op Clingmans Dome over, aangezien er niets te zien was en de toren zelf een lelijke betonnen bak is (weten Igor en ik van ons vorige bezoek). 

Na een snel bezoekje aan het Visitor Center pakten we het nabij gelegen Forney creek trail. Dat leek alleen maar steeds verder omlaag te gaan, dus stapten we na 0,1 mijl over op het Clingmans Dome bypass trail. Het was een aardig stukje, klimmend en klauterend tussen de bomen door, waar water over de stenen liep door de vochtigheid. Af en toe zagen we een beetje tussen de bomen door hoe daar nog steeds mist hing en heel soms brak ook de zon bijna weer even door. Het was een beetje ‘drie seizoenen in één dag’.

Het pad kwam blijkbaar echt in de buurt van de toren weer omhoog, want we moesten nog weer een aardig stukje terug lopen over het asfalt van het pad tussen de toren en de parkeerplaats. Gelukkig ging het pad bergafwaarts in onze richting. Bij de parkeerplaats en het Visitor Center was het nog even mistig, met af en toe een opklaring. We maakten nog wat foto’s en filmpjes en doken toen de auto weer in. 

We reden vanwege de winkels terug over Gatlinburg, maar daardoor was het al etenstijd toen we boodschappen hadden gedaan, en toen moesten we nog een uur rijden. We hebben toen maar aan de rand van Pigeon Forge, ook min of meer op de route, een eetgelegenheid opgezocht. 

Het werd Denny’s, een ketenrestaurant waar Igor en ik positieve of in elk geval nostalgische herinneringen aan hebben van eerdere vakanties in de US. Ook deze keer beviel het goed. Mama D’s pot roast en burgers kozen we hier van het menu. 

Bij de ingang werd met meerdere briefjes ons begrip gevraagd voor eventueel ongemak doordat ze ‘understaffed’ waren, maar daar hadden we helemaal geen last van. We werden prima geholpen door Dylan, een geduldige jongeman en alles smaakte prima.

Bij terugkomst op de campground konden we nog even samen aan tafel zitten. De jongens pakten allebei nog even wat hangmat-tijd mee en de lichtjes bleken het ook nog te doen. Rond 21:30 uur zochten we onze matjes op.