Op maandag verruilden we Washington, DC voor de natuur in Shenandoah National Park.

Het is half elf ‘s avonds en we liggen in slaapzakken in onze tentjes. Een wereld van verschil met de afgelopen dagen en echt wel weer even omschakelen. En dat na weer een bijzondere en vermoeiende dag. We hebben Washington achter ons gelaten en zijn naar het westen gegaan, naar Shenandoah National Park

Daaag, Washington..

Ik was vanmorgen weer vroeg wakker, de rest net voor of na de wekker van zeven uur. Niet veel later begaven we ons naar het ontbijt. Het was nu wat rustiger dan voorgaande dagen. Tijdens het ontbijt werd er flink gePokémond aan onze tafel. Daarna gingen we terug naar boven om de laatste spullen in te pakken en op te ruimen. Toen dat klaar was trokken we om 9:06 voor de laatste keer de deur van kamer 1104 achter ons dicht.

Bij de receptie vroegen we bij het uitchecken om een taxi voor ons te bestellen. Het was er een hectische toestand, met mensen die uit moesten checken, voor het ontbijt kwamen en van alles en nog wat wilden. Er stond een niet zo ervaren persoon die ons ook nog eens niet goed begreep toen we benadrukten dat we véél bagage hadden, en een ervaren persoon die aan de telefoon was en twee dingen tegelijk probeerde te doen. Maar ze gingen een taxi voor ons regelen: we moesten meteen naar beneden, daar zouden we met een minuut of vijf worden opgepikt. 

De taxi die om kwart over negen voor kwam rijden was helaas te klein. Onze info was dus niet doorgekomen. De chauffeur deed nog een dappere poging om de koffers in te laden, maar zag na de eerste grote koffer toch in dat het niet ging werken. Hij was wel zo vriendelijk om iemand anders te bellen en vertrok nadat hij ons had verteld ‘somebody’s coming’. 

Om vijf voor tien was er nog nobody gekomen. We deden navraag bij een ander Nederlands gezin, dat we bij de lift waren tegengekomen en dat al net zo lang als wij buiten stond te wachten. Ze hadden al twee keer bij de receptie een taxi besteld (en zij hadden bijna net zoveel spullen als wij) en nu net via Uber een nieuwe besteld. Die zagen we een minuut of tien later voorrijden. Het downloaden van de Uber app duurde alleen wat lang. Dus toch eerst maar weer even naar boven om navraag te doen en de app via de WiFi te downloaden. Dan hadden we twee kansen 😉

Het was inmiddels heel rustig bij de receptie. De ervaren meneer maakte zijn telefoongesprek af, hoorde ons aan en tikte hoofdschuddend een paar keer op het apparaatje dat blijkbaar voor de taxiservice bedoeld was. Hij verzekerde ons dat er nu echt een grote auto zou komen. 

Er kwam inderdaad een taxi voor ons. Het was niet zo’n grote als die vanaf het vliegveld, maar met wat gepuzzel lukte het om alles en iedereen er in te krijgen. Om tien over tien, een uur later dan gepland, waren we onderweg naar de autoverhuurder in Union Station. 

We hadden deze keer een vriendelijke, spraakzame chauffeur die ons vragen stelde over wat we gingen doen enzo. We stelden hem vragen terug, en hij bleek zeventig jaar te zijn; zijn kinderen wonen nog thuis en de jongste is twintig, want hij was op latere leeftijd gezegend met kinderen omdat hij een vijftien jaar jongere vrouw had, die helaas al was overleden. Voorheen werkte hij zeven dagen per week. Toen COVID kwam werd het werk minder, waardoor hij in de weekends niet kon werken, en die vrije weekends had hij erin gehouden.
Hij spaarde om na zijn pensioen een Winnebago of een ander soort camper te kopen en te gaan reizen, bijvoorbeeld naar Californië; hij had de Pacific Ocean nog nooit gezien. Ik had het hart niet om te zeggen dat Igor en ik de staat al twee keer hebben bezocht, inclusief blik op de oceaan..
Hij kampeerde vroeger wel vaker en was vorig jaar nog door een dochter getrakteerd op een weekendje weg. Zijn ex-vrouw en haar man waren er toen ook bij. Hij had zijn kinderen gezegd dat hij misschien wel in Californië zou blijven, als het hem daar beviel. Maar eerst moesten ze het huis maar eens uit, dan kon hij het verkopen. 

De Alamo Rental bleek in een parkeergarage achter Union Station te zitten. Onze chauffeur was eerst naar de verkeerde verdieping gereden, maar om iets voor half elf stonden we op de goeie plek. We gaven bij het betalen wat extra fooi. Hopelijk gaat die Winnebago er op tijd komen om nog van te kunnen genieten.. 

We werden vrij vlot geholpen door een aardige jongeman die zich meteen verontschuldigde over de verandering van afhaallokatie. Dat was inderdaad een ongemak, maar je zal maar in zo’n naargeestige parkeergarage moeten wérken, dat lijkt me helemaal niks. 

Er kwamen een paar auto’s langs die, aan het formaat te zien niet voor ons konden zijn (taxi trauma), en gelukkig werden meegegeven aan de twee andere Nederlandse koppels die met ons stonden te wachten. 

Minivan

Voor ons kwam een mooie donkergrijze Chrysler Minivan, met California nummerplaat (nu ik dit typ zie ik opeens een link met onze taxichauffeur) waar geen noemenswaardige schade aan zat en die we dus zo mee konden nemen. We namen even de tijd om de koffers in te laden en de kids een plekje te laten zoeken- het is een ruime auto en nóg bleken Jesses benen een beetje te lang.  

Toen dat allemaal was gelukt en uitgezocht enzo reed Igor ons voorlopige vervoermiddel de garage uit. Hiermee gaan we de komende weken heel wat mijlen afleggen! 

Des te vervelender was het, toen een alarmlichtje bleek te branden en niet meer uit ging. Nooit een prettig idee, maar zeker niet in een vreemde omgeving met nog een lange reis voor de boeg. De handleiding van de auto bracht weinig zekerheid, dus zijn we toch maar teruggereden naar de verhuur. We raken bijna gewend aan oponthoud en vertraging – ik zei vanmorgen bij het wachten op de taxi dat het wel een thema lijkt deze vakantie tot nu toe. Hopelijk komt er snel een ander thema! 

Om 11:40 uur waren we terug bij Alamo. Er kwam meteen iemand naar kijken, die ons geruststelde dat het niet belangrijk was. “It’s an economy thing.” Om 11:45 uur reden we opnieuw weg. Nu echt op pad! 

“Groot, onduidelijk en je mag teveel stomme dingen”

Igor, over Amerikaanse snelwegen

“Dat is toch gewoon heel Amerika?”

Luka
Cheesecake Factory

Om half één stopten we bij de Fair Oaks Mall in Fairfax, Virginia. Een enorm winkelcentrum. Door alle vertraging (argh, ik kan het woord niet meer horen 🙉) waren we wat later en dus meteen hierheen (in plaats van eerst naar de REI aan de andere kant van de snelweg). Deze mall hadden we ook op de planning vanwege Build-a-Bear en telefoonkaarten, en de kansen op lunch leken hier groter. 

The Cheesecake Factory had een uitgebreid menu dus dat leek een goede keuze. En dat was het ook. Super vriendelijk personeel en goed eten. Het was echt een oase na de ochtend die we hadden gehad. ‘Paradise’ van Coldplay klonk op enig moment ook nog uit de speaker en hoewel dat wat te ver gaat om mijn gevoel te beschrijven, passend was het wel. 

Hier wordt een beer gebouwd

Na de lunch naar de Build-A-Bear Workshop. Emma wilde daar al jaren naartoe en wachten tot we in New York waren wilde ze eigenlijk niet, dus ze had geluk toen we deze vonden die bij de route paste. Zij en Luka gingen voor een eigen knuffel (al lang niet alleen maar beren), die ter plekke voor ze in elkaar werden gezet, compleet met certificaat en als je er voor wil betalen héél veel kleertjes en accessoires. 

Nadat Emma en Luka hun knuffels in hun armen hadden gesloten gingen we door naar de vlakbij gelegen T-Mobile winkel voor Amerikaanse Simkaarten, zodat we niet alleen van de WiFi afhankelijk zijn deze weken. Dat kostte ook wel wat tijd, dus uiteindelijk schoof onze hele planning best een stukje op. Maar het was ook goed. 

De REI is een outdoorwinkel, die op nauwelijks tien minuten van Fair Oaks ligt. We reden er naartoe en onderweg begon het wat te spetteren. Toen we de auto hadden geparkeerd in de – overigens ontzettend leuk ogende – buurt werden de druppels al wat dikker en eenmaal in de winkel ging het flink tekeer, met ook wat donder en bliksem. Volgens de medewerker die ons hielp hebben ze elke dag wel een keer zo’n bui, het is alleen de vraag wánneer. We werden op zijn aanraden ook lid van REI, dat leverde meer korting op dan het kostte. Het afrekenen duurde daardoor alleen wel wat langer en het systeem had wat kuren omdat er tijdens het onweer even een storing was geweest. Maar hé, het regende al een stuk minder toen we klaar waren 😏. Wij wachtten met de splinternieuwe koelbox, gastankjes en insectenspray onder het afdak terwijl Igor de auto haalde en rond vier uur gingen we weer door. Het weer was al snel weer opgeklaard.

In Front Royal, vlak voor de ingang van Shenandoah National Park, stopten we nog bij Martin’s (supermarkt) voor wat te eten. Het was nog een eindje rijden naar de camping, dus namen we wat simpele hapjes mee zodat we niet meer hoefden te koken. Gelukkig hadden we uitgebreid geluncht vandaag. 

Awkward!

Iets na zes uur waren we bij de ingang van het park. Toen ik uitstapte voor een (traditionele) foto van het bord bij de ingang stonden daar ook een paar motorrijders. Één sprak me aan: of ik zelf ook op de foto wilde? Compleet overrompeld probeerde ik eerst nog te zeggen hoe ongemakkelijk ik dat vond, maar ging toen toch maar bij het bord staan. Twee awkward foto’s rijker liep ik snel terug naar de auto, waar ik uitgebreid uitgelachen werd door mijn gezin 😅. 

We reden verder op de Skyline Drive, die door het hele park loopt, in zuidelijke richting. Onderweg stopten we af en toe om even van het uitzicht te genieten en zo wat van het park te zien voordat we bij de campground kwamen. We zagen al rijdend ook konijntjes, eekhoorns, een wasbeer en hertjes. Het is echt prachtig hier. Wat koeler (gelukkig!) dan in Washington, maar de lucht is wel heel vochtig. 

Geen woorden nodig

Het schemerde al een beetje toen we rond 20:15 aankwamen bij Big Meadows Campground. De registratie was dicht, maar we vonden onze naam (die we moesten afstrepen)op een lijst en verderop op een paaltje bij de plek waar we onze auto neer konden zetten in de buurt van de tent. 

We hebben plaats 37 gereserveerd, een walk-in plek, dus de plaats is wat verder van de weg af en je auto staat er niet naast. Met z’n vijven brachten we de kampeerspullen naar de plek. Het was inmiddels donker geworden en in het duister zetten we met behulp van onze lampjes de tenten op. Toen alles klaar was voor de nacht aten we nog snel wat, stopten alle etenswaren in de daarvoor bestemde kast en gingen onszelf klaarmaken om naar bed te gaan. 

Om half elf schreef ik nog wat aan dit verslag, maar al snel vielen mijn ogen dicht en legde ik mijn telefoon weg. 

One Reply to “Naar Shenandoah NP”

Comments are closed.